Het kweken van tomaten begint met de juiste zaadjes. Er zijn zoveel verschillende soorten tomaten, dat het soms lastig kan zijn om te kiezen. Ga je voor vleestomaten die perfect zijn voor een sappige sandwich? Of misschien toch cherrytomaten voor in je salade? De keuze is reuze! Het is belangrijk om te weten dat elke soort zijn eigen specifieke behoeften heeft qua licht, water en voedingsstoffen. Dus, voordat je begint, doe even wat research. Misschien heb je een buurman of een tante die al jaren tomaten kweekt en je wat tips kan geven. Het juiste zaad kan namelijk het verschil maken tussen een overvloedige oogst en een teleurstelling.
Zaadkeuze is niet alleen afhankelijk van wat je lekker vindt, maar ook van waar je woont. Sommige tomatenrassen doen het beter in koelere klimaten, terwijl andere juist van warmte houden. Let ook op de resistentie tegen ziektes. Tomaten kunnen namelijk gevoelig zijn voor allerlei nare ziektes en plagen. Door een ras te kiezen dat resistent is tegen veelvoorkomende problemen, maak je het jezelf een stuk makkelijker. En laten we eerlijk zijn, wie wil er nou niet de beste kans op succes?
De perfecte start met zaailingen
De beste omstandigheden voor ontkieming
Zaailingen hebben liefde en aandacht nodig. Eigenlijk net als kleine kinderen. Zorg voor een goede start door ze in fijne potgrond te zaaien en ze genoeg licht te geven. Een zonnige vensterbank is ideaal, maar zorg ervoor dat de temperatuur constant blijft tussen de 20-25°C. Te koud en ze willen niet groeien, te warm en ze drogen uit. En ja, het kan een beetje priegelen zijn om de ideale balans te vinden, maar dat hoort erbij.
Water is ook superbelangrijk. Maar pas op: zaailingen houden niet van natte voeten. Geef ze dus regelmatig kleine beetjes water in plaats van een keer per week een flinke plens. En vergeet niet om ze af en toe te draaien zodat ze mooi recht blijven groeien richting het licht. En als ze eenmaal hun eerste echte blaadjes hebben, is het tijd om ze over te potten naar hun eigen potje.
Overpotten als een pro
Overpotten klinkt misschien als iets ingewikkelds, maar eigenlijk valt het best mee. Het belangrijkste is om voorzichtig te werk te gaan zodat je de tere worteltjes niet beschadigt. Vul kleine potjes met goede potgrond en maak een gaatje waar je de zaailing in kunt zetten. Zorg ervoor dat je de zaailing iets dieper plant dan hij eerst stond; dit stimuleert sterke wortelgroei.
Na het overpotten hebben je plantjes weer wat tijd nodig om bij te komen. Zet ze terug op hun vertrouwde plekje op de vensterbank en geef ze wat extra liefde in de vorm van water en licht. Binnen no-time zullen ze weer vrolijk verder groeien en zich voorbereiden op hun grote avontuur buiten.
Tijd om naar buiten te gaan: je tomaten uitplanten
Wanneer de laatste nachtvorst voorbij is – meestal na half mei – mogen je tomatenplantjes naar buiten verhuizen. Voor meer details over tomaten zaaien en uitplanten, kun je terecht op Groene Handen. Kies een zonnig plekje in de tuin of op het balkon waar ze beschermd zijn tegen harde wind. Plant ze ongeveer 50 cm uit elkaar zodat ze genoeg ruimte hebben om te groeien.
De grond moet goed doorlatend zijn en rijk aan organisch materiaal. Een handje compost doet wonderen! Geef je planten regelmatig water, maar zorg ervoor dat de bladeren droog blijven om ziektes te voorkomen. En vergeet niet om regelmatig wat meststof toe te voegen; tomaten zijn namelijk echte veelvraten als het gaat om voedingsstoffen.
Verzorging en onderhoud voor een rijke oogst
Tomatenplanten vragen regelmatige aandacht om gezond en productief te blijven. Verwijder zijtakken (dieven) die tussen de hoofdstam en een zijtak groeien. Dit helpt de plant zijn energie te richten op het produceren van vruchten in plaats van bladeren.
Water geven doe je het beste direct bij de wortels en niet op de bladeren. Dit helpt schimmelziektes voorkomen die kunnen ontstaan door vochtige bladeren. In droge periodes kan mulchen rond de basis van de plant helpen om vocht vast te houden.
Houd ook een oogje in het zeil voor ziektes en plagen zoals Phytophthora (aardappelziekte), meeldauw, bladluizen en witte vliegjes. Regelmatige inspectie kan helpen om problemen vroegtijdig op te sporen en aan te pakken.